16. De mooiste fiets

Het is bijna Koninginnedag.
Fleur is in de tuin.
Samen met haar vader en moeder.
Ze zijn haar fiets aan het versieren.

Morgen mag Fleur op haar versierde fiets naar school.

Net als alle andere kinderen uit haar klas.
Ze mag dan ook verkleed komen.
Haar prinsessenjurk ligt al klaar.
Samen met het kroontje, dat ze op haar hoofd gaat zetten.

Haar fiets wordt heel mooi.

Haar vader heeft een grote boog gemaakt.
Die gaat van het stuur naar de bagagedrager.
Die boog gaan ze versieren.
Met oranje papier en met bloemen.
En aan haar stuur heeft Fleur ballonnen vastgemaakt.
En ook vlaggetjes in rood-wit-blauw.

Achter de fiets gaan ze nog een touw vastmaken met blikjes.
Die maken zo lekker veel lawaai.
Normaal vindt haar moeder dat maar niets.
Maar met Koninginnedag is dat anders.

Fleur is heel benieuwd wat de juffrouw van haar fiets zal vinden.

Want wie met de mooist versierde fiets naar school komt, krijgt een prijs.
Fleur heeft geen idee wat voor prijs dat is.
Maar ze wil graag winnen.

De volgende ochtend mag Fleur op haar fiets naar school.

Glunderend fietst ze naast haar moeder.
Ze ziet eruit als een echte prinses.
En op haar wangen heeft ze rood-wit-blauwe vlaggetjes.
Dat heeft haar moeder gedaan met schmink.
Haar fiets maakt veel lawaai.
Dat komt door de blikjes.
Iedereen kan horen dat ze eraan komt.

Bij school staan allemaal schitterend versierde fietsen.

De één is nog mooier dan de ander.
Iedereen heeft goed zijn best gedaan.
De juffrouw kijkt dan ook heel erg blij.
“Wat mooi allemaal”, zegt ze.

Samen met haar klasgenootjes kijkt Fleur de juf vol verwachting aan.

Welke fiets zou ze het mooiste vinden?
De juf staat even stil bij Fleurs fiets.
Ze knikt goedkeurend.

Maar dan komt Merlijn aan fietsen.
Samen met zijn vader.
Merlijn is een jongetje uit Fleurs klas.
Hij is een beetje te laat.

Hijgend stapt hij van zijn fiets af.

Maar dat lijkt helemaal geen fiets meer.
Met grote ogen kijken alle kinderen naar de fiets van Merlijn.
Ook de juffrouw staat met open mond te kijken.

Merlijns fiets lijkt wel een koets.

Het is net de gouden koets van de Koningin.
“Wow”, zegt Fleur.

De juf loopt naar Merlijn toe.

Merlijn ziet er zelf uit alsof hij een echte koning is.
Het is duidelijk wie er heeft gewonnen.
De juf geeft Merlijn een klein cadeautje.
Hij grist het papier eraf.
En dan komt er een oranje fietsbel tevoorschijn.
Speciaal voor Koninginnedag.

Alle kinderen klappen in hun handen.

En jaloers zijn ze niet.
Want van Merlijn mogen ze allemaal een stukje fietsen met zijn gouden koets.